Ontsluiting toren gaat van start

25 november 2021

De restauratiewerken aan de daken en de toren van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek gaan van start. Samen met het museaal openstellen van de toren maken ze deel uit van de eerste fase van de werken. Hierna volgt de restauratie van de hoofd- en zijdaken. De werkzaamheden lopen over vijf fasen met de steun van de Vlaamse Overheid en het stadsbestuur van Tongeren.

Het hoog(s)tepunt van het Teseum

De toren is het derde en finale luik binnen de museumsite van het Teseum en opent net voor de Kroningsfeesten van 2023. Een tocht van driehonderd trappen maakt het bezoekers mogelijk om van het schitterende uitzicht over het Haspengouwse landschap te genieten. Ondertussen kan je halt houden op de verdiepingen om meer te weten te komen over het monument dat toebehoort tot de UNESCO werelderfgoedlijst.

Met de toren creëren we een bijkomende bijzondere belevenis voor de vele bezoekers aan de stad en het Teseum. Zo maak je een tijdreis vanaf het Romeinse verleden en de funderingen van de oudste kerken in de archeologische site, via de schatten en het boeiende verleden van het kapittel, tot het hoogste punt van Tongeren.

Het openstellen van de toren voor het publiek is een samenwerking tussen stad en kerkfabriek. De aannemer Verstraete Vanhecke nv staat in voor de werkzaamheden. Het ontwerp komt van de hand van architectenbureau Michel Janssen. De kostprijs is geraamd op 4.550.000 euro. De werken omvatten een technische restauratie van de toren, de aangrenzende daken, de torengevels, de beelden, het schrijnwerk en de nodige werken om de toren te ontsluiten voor het grote publiek.

Van stadsbelfort naar kerkbelfort

De bouw van het Tongerse belfort werd ten westen van de romaanse kerktoren in de vijftiende eeuw gestart. Een periode waar het prinsbisdom Luik ook terecht kwam in een reeks invallen en burgeroorlogen. De romaanse toren bevond zich in slechte staat. Ze werd vanaf 1529 geleidelijk afgebroken om in 1582 het gotische kerkschip te laten aansluiten tot tegen de nieuwe toren.

In eerste instantie werd de toren als stadsbelfort met klokken gebouwd. De bouw van de toren ging gepaard met het zoeken naar inkomsten door de stad. Het duurde ruim 100 jaar. Het Onze-Lieve-Vrouwekapittel sprong financieel regelmatig bij. Tot in 1691 het belfort aan het kapittel werd overgedragen om de herstellingskosten ten gevolge van de grote stadsbrand in 1677 te dekken. Het illustreert de verbondenheid van de kerkelijke en wereldlijke macht in Tongeren. De kerkbelforten vervulden niet noodzakelijk alle functies van de ‘gewone’ belforten. In ieder geval diende het Tongerse kerkbelfort als klokkentoren.

De spitsen van het stadsbelfort waren een kort leven beschoren. Begin achttiende eeuw plaatste het kapittel een nieuwe spits. Na afbraak van deze spits in 1877 bouwde men een extra verdieping van 9 meter. Daarna kwam er geen spits meer. De toren meet vandaag 55,55 meter.

Er galmt muziek uit de toren

De beiaard ontstond in de zestiende eeuw in Vlaanderen en vormt vandaag een unieke vorm van muzikaal erfgoed in de lage landen. In Tongeren telt het klokkenspel vandaag 49 klokken met een gewicht van 11.504 kg. De eerste installatie dateert van 1586. De beiaard werd tot tweemaal toe vernield. Een eerste keer bij een brand die veroorzaakt werd door een blikseminslag. Een tweede keer bij de grote brand die Tongeren in 1677 teisterde. Nadien kwam er een nieuwe beiaard. De Belgische beiaardcultuur is in 2014 officieel erkend door UNESCO als immaterieel werelderfgoed.

UNESCO

In 1999 en bij uitbreiding in 2005 werden 56 belforten in België en Frankrijk als geheel op de UNESCO lijst van werelderfgoed gezet. Op deze lijst staan ook 6 kerktorens waaronder de Onze-Lieve-Vrouwetoren. Deze belforten staan steevast in een stedelijke omgeving. Het zijn imposante klokkentorens van middeleeuwse oorsprong, meestal bevestigd aan het stadhuis en af en toe aan een kerk.

Architectenbureau Michel Janssen
Architectenbureau Michel Janssen